Ga direct naar: Inhoud
-
Office of the U.S. Chief of Counsel for the Prosecution of Axis Criminality
Blog

Wat is genocide?

Gepubliceerd op 14 december 2023
De oorlog tussen Israël en Hamas leidt in het publieke debat tot vragen over het begrip genocide. In deze blog legt onderzoeker Laurien Vastenhout uit waar het begrip genocide vandaan komt en hoe dit in oorsprong juridische concept door wetenschappers, slachtoffergroepen en activisten op verschillende manieren gebruikt wordt.

De wereld is getuige van een ‘misdrijf zonder naam’. Dat zei Winston Churchill op 24 augustus 1941, in reactie op de massale executies van Joden in de door Nazi-Duitsland bezette gebieden in Polen. In 1944 introduceerde jurist Raphaël Lemkin hiervoor de term ‘genocide’, ook al was de precieze omvang en het karakter van de massamoord op de Joden op dat moment nog niet volledig bekend. Dit nieuwe woord – dat we in het Nederlands al kenden als “volkerenmoord” – is een samenvoeging van de Griekse term genos (wat ras, volk, of stam betekent) en het Latijnse achtervoegsel cide (van het werkwoord ‘caedere’, wat ‘doden’ betekent).

De bedenker van de term 'genocide'

Lemkin, geboren in 1900 in het oosten van Polen en van Joodse komaf, vluchtte na de Duitse inval in Polen in 1939 naar Vilnius (Litouwen). In 1940 vond hij uiteindelijk zijn toevlucht in de Verenigde Staten van Amerika. Tijdens zijn lange reis – via Zweden, de Sovjet-Unie, Japan en Canada – droeg hij bijzondere bagage met zich mee. Zijn koffers zaten vol decreten en verordeningen die sinds 1933 door de Nazi-partij waren afgekondigd in Duitsland. Terwijl Lemkin de inhoud en betekenis van de documenten bestudeerde, sijpelde er via getuigenverslagen steeds meer informatie door over de Duitse brutaliteiten in bezet Europa. In 1944 publiceerde Lemkin zijn bevindingen in het boek Axis rule in occupied Europe - Laws of Occupation, Analysis of Government, Proposals for Redress.

Lemkin bedacht de term “genocide” omdat hij vond dat individuen die geweld worden aangedaan omdat zij onderdeel uitmaken van een specifieke sociale groep, beter beschermd moesten worden. Hij schreef dat de term door omstandigheden geboren was: ‘nieuwe opvattingen vereisen nieuwe termen.’ Hij definieerde ‘genocide’ als ‘een gecoördineerd plan van verschillende acties gericht op de vernietiging van essentiële fundamenten van het leven van nationale groepen, met als doel deze groepen te vernietigen.’

Er zijn ook andere vormen van geweld, zoals ‘misdrijven tegen de menselijkheid’ en ‘oorlogsmisdrijven’. Het belangrijkste verschil tussen deze vormen van massaal geweld en genocide is het doel van de daders: bij genocide staat een groep centraal. Daders willen deze groep geheel of gedeeltelijk vernietigen. Bij ‘misdrijven tegen de menselijkheid’ en ‘oorlogsmisdrijven’ gaat het om een wijdverbreide of stelselmatige aanval op individuele burgers. Het aantal slachtoffers maakt voor dit onderscheid niet uit.

Een juridische term

Na de Tweede Wereldoorlog vond in 1945 het Internationaal Militair Tribunaal in Neurenberg plaats. Hier werden Nazi kopstukken berecht. Lemkin hoopte dat ‘genocide’ tijdens dit proces gebruikt zou worden om de daders te veroordelen. Tot zijn grote teleurstelling werd het concept wel gebruikt in de mondelinge formulering van de aanklacht, maar werd het niet geïntroduceerd als officiële juridische term waarop de beklaagden veroordeeld konden worden.

In de periode die volgde lobbyde Lemkin voor een officiële erkenning van de term binnen het internationaal recht. Dit gebeurde voor het eerst in 1946, toen ‘genocide’ door de Verenigde Naties werd erkend als misdrijf. Twee jaar later, op 9 december 1948, werd het ‘Verdrag inzake voorkoming en bestraffing van genocide’ (Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide) door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties unaniem aangenomen. Genocide werd daarmee als internationaal misdrijf gedefinieerd en vastgelegd. De landen die het verdrag ondertekenden stemden ermee in dat zij zich zouden inzetten voor het voorkomen van genocide en het bestraffen van individuele daders van dit internationale misdrijf. In januari 1951, nadat meer dan 20 landen over de hele wereld het Verdrag hadden geratificeerd, trad het in werking. Op dit moment zijn er 152 landen die zich aan het Verdrag verbonden hebben.

Kritiek op de definitie van genocide

Wetenschappers zijn vanaf het begin kritisch geweest op de VN-definitie van genocide. Eén van de kritiekpunten is dat ‘politieke groepen’ geen onderdeel uitmaken van de definitie. Eigenbelang speelde hierin een grote rol: de onderhandelende landen waren bang dat zij hierdoor zelf berecht zouden kunnen worden.

Eén van de onderhandelende landen was bijvoorbeeld de Sovjet-Unie. Sovjetleiders vreesden dat hun beleid tegen boeren en politieke tegenstanders als genocide beschouwd zou worden als ‘politieke groepen’ in de definitie werden opgenomen. Ook de Amerikanen en de Zuid-Afrikanen waren tegen de inclusie van ‘politieke groepen’ in de definitie. Als gevolg hiervan kan, bijvoorbeeld, het geweld op politieke tegenstanders door de Rode Khmer in Cambodja in de jaren 1970 wel als ‘misdrijven tegen de menselijkheid’ (moord, vervolging, uitroeiing), maar niet als ‘genocide’ geclassificeerd worden.

'Gedeeltelijke vernietiging'

Een ander punt van kritiek op de VN-definitie is dat deze te breed is. Dit komt door de passage dat het ‘gedeeltelijk vernietigen’ van een groep ook tot genocide kan worden gerekend. Wat er precies verstaan wordt onder ‘gedeeltelijk’, en hoe groot dit ‘gedeelte’ moet zijn voordat er sprake is van genocide, is onduidelijk. Het belangrijkste kritiekpunt op de juridische term is dat het in de praktijk ingewikkeld blijkt om aan te tonen dat daders een intentie  hadden om een (gedeelte van een) groep te vernietigen. Zonder bewijs van de intentie kan iemand niet voor genocide veroordeeld worden.

Dat een ‘gedeelte’ ook uitsluitend uit mannen kan bestaan, bleek tijdens de uitspraak van het Joegoslavië tribunaal in 2001, toen de voormalige Servische generaal Radislav Krstic schuldig werd bevonden aan genocide. Hij werd mede-verantwoordelijk gehouden voor de massamoord op ruim 7,000 moslimmannen en jongens in Srebrenica (Bosnië) in juli 1995.

Andere definities van genocide

Deze kritiek heeft er onder meer toe geleid dat wetenschappers (met name sociologen, politicologen en historici) alternatieve, wetenschappelijke, definities hebben bedacht, voorgesteld en gehanteerd om genocidaal geweld – massaal geweld dat lijkt op het misdrijf genocide – te kunnen uitleggen en verklaren. NIOD-onderzoeker Uğur Ümit Üngör stelt dat genocide het best kan worden omschreven als ‘de vervolging en vernietiging van mensen op basis van hun veronderstelde of toegeschreven lidmaatschap van een groep, in plaats van op basis van hun eigenschappen als individu, of op basis van hun deelname aan bepaalde handelingen.’ 

Definities als deze omvatten massaal geweld dat ook bij genocide wordt waargenomen, maar dat volgens de strikte, juridische definitie niet (altijd) als genocide kan worden beschouwd. Ondanks het bestaan van deze alternatieve, wetenschappelijke, begrippen bestaat er een internationaal brede consensus over het gebruik van de juridische definitie zoals beschreven in de Conventie.

Moeilijk te bewijzen

Het is vaak onmogelijk is om de intentie van daders om een specifieke groep te vernietigen te bewijzen. Daarom hebben internationale tribunalen de afgelopen decennia maar een paar keer vastgesteld dat er sprake is van genocide. De eerste keer gebeurde dat pas in 1998 in de context van de massale moord op Rwandese Tutsi’s in 1994. Daarna volgden de massamoorden op Bosnische moslimmannen in Srebrenica (1995), Koerden in Irak (1988) en de Cambodjaanse Cham en Vietnamese minderheden (1975-1979). Nationale rechtbanken hebben daarnaast ook bepaald dat er sprake van genocide was in Equatoriaal-Guinea, Guatemala en Ethiopië.

Op basis van de Genocide Conventie zijn ook de massamoorden op de Herero en Nama in Namibië (1904-1908), de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk (1915-1922), de Hutu’s in Burundi, de Yezidi’s in Irak (2014-2019) en de Oeigoeren in China (2014-nu) aangemerkt als genocide. Hoewel deze gevallen niet door een internationaal tribunaal als zodanig zijn bestempeld, worden deze door de politiek (waaronder de Verenigde Naties) en door wetenschappers wel als genocide gezien.

Is genocide het ultieme kwaad?

Genocide wordt gezien als het ultieme kwaad, ‘de misdaad onder de misdaden’ (crime of crimes). Dit komt onder andere door uitspraken van internationale tribunalen, bijvoorbeeld in het vonnis van 1998 van het Internationale Straftribunaal voor Rwanda in de zaak van Jean Kambanda, premier van Rwanda ten tijde van de genocide in 1994. Genocide wordt echter niet zwaarder bestraft dan bijvoorbeeld oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid. Wetenschappers en juristen, waaronder Philippe Sands, vinden het gevaarlijk dat genocide als het ultieme kwaad wordt gezien. Hierdoor kan het lijken alsof het minder erg is om (grote aantallen) individuen te doden, dan wanneer individuen worden gedood omdat zij onderdeel uitmaken van een groep.

Voor slachtoffers is het soms moeilijk wanneer het leed dat hen is aangedaan niet als genocide wordt gezien: het kan voelen alsof hun slachtofferschap niet wordt erkend. Een voorbeeld daarvan is Biafra, waar tussen 1966 en 1970 meer dan een miljoen burgerslachtoffers vielen als gevolg van geweld van het centrale Nigeriaanse regime. Slachtoffergroepen lobbyen vandaag de dag nog steeds om de Nigeriaanse federale regering verantwoordelijk te houden voor de vermeende genocidale campagne tegen Biafranen, en de Igbo in het bijzonder. VN-representanten die het gebied tussen 1968 en 1970 bezochten, stelden vast dat er geen aanwijzingen konden worden gevonden dat de Nigeriaanse staat de intentie had om de Igbo uit te roeien. Mede als gevolg daarvan is genocide nooit eenduidig vastgesteld.

Gebruik van het woord 'genocide'

Omdat de term ‘genocide’ zo beladen is, wordt hij ook als publiek wapen ingezet – ook door geëngageerde of activistische wetenschappers. Anders dan alle andere concepten die verwijzen naar massaal geweld, wordt ‘genocide’, vanwege de emotionele status die het heeft als ‘de misdaad der misdaden’ en de associatie met de Holocaust gebruikt om politieke tegenstanders een hak te zetten. Toen de Verenigde Staten begin 2021 stelde dat er een genocide plaatsvond tegen de Oeigoeren in Xinyang, verwees China bijvoorbeeld direct naar het Amerikaanse ‘beleid van genocide, segregatie en assimilatie met betrekking tot inheemse volken’ sinds de 15e eeuw.

De term ‘genocide’ wordt steeds vaker ingezet om aandacht te creëren voor massaal geweld dat in het heden plaatsvindt, zoals momenteel gebeurt rond de oorlog tussen Israël en Hamas, of voor geweld dat in het verleden heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld het slavernijverleden van voormalige koloniale mogendheden. Dit heeft als doel om de ernst van daderschap en/of slachtofferschap te onderstrepen. Deze vormen van inzet van het woord ‘genocide’ zijn effectief in de zin dat het aandacht, erkenning en debat mobiliseert, maar het gebruik komt niet altijd overeen met de in oorsprong juridische definitie van genocide. Zoals blijkt uit de talloze stukken die onlangs zijn gepubliceerd met betrekking tot Gaza, zijn wetenschappers het niet eens over de vraag of er momenteel sprake is van genocide. Om dit volgens de juridische maatstaven te kunnen vaststellen, zal een (internationale) rechtbank zich over dit vraagstuk moeten buigen.

Lees meer

Bloxham, D. en D. Moses, The Oxford Handbook of Genocide Studies (Oxford 2010);

Van Haperen, M. Ten Have, W. Kiernan, B. et. al (eds.), The Holocaust and other Genocides: An Introduction (Amsterdam 2012);

Levene, M. Genocide in the Age of the Nation State, 3 dl. (London: 2005);

Meierhenrich, J. Genocide: A Reader (Oxford 2014);

Moses, D. The Problems of Genocide: Permanent Security and the Language of Transgression (Cambridge 2021);

Naimark, N. Genocide: A World History (New York/Oxford 2017);

Sémelin, J. Purify and Destroy: The Political uses of Massacre and Genocide (New York, 2007);

Sands, Ph. East West Street: On the Origins of Genocide and Crimes Against Humanity (London 2016; in het Nederlands verschenen als Galicische wetten: over de oorsprong van ‘genocide’ en ‘misdrijven tegen de menselijkheid);

Swaan, A de. Compartimenten van vernietiging: over genocidale regimes en hun daders (Amsterdam 2014);

Üngör, U. (eds.) Genocide: New Perspectives on its Causes, Courses and Consequences (Amsterdam 2016);

Weitz, E. A Century of Genocide: Utopias of Race and Nation (Princeton 2003);

Zwaan, T. en M. de Keizer, Politiek geweld: etnisch conflict, oorlog en genocide in de twintigste eeuw (Zutphen 2005).

Deze blog is een ingekorte versie van de longread 'Wat is genocide?' die begin 2024 gepubliceerd zal worden op de NIOD website.

Deel deze pagina
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
Volg ons op
NIOD
Herengracht 380
1016 CJ Amsterdam
020 52 33 800
Openingstijden studiezaal
  • Di - Vr09:00 - 17:30 u
  • Gesloten op maandag