Joodse overlevenden (cijfers)
Hoeveel kinderen er in totaal onder de overlevende gedeporteerden waren is ons niet bekend. In het boek Om het joodse kind (Amsterdam 1991) meldt Elma Verhey dat in Nederland maar vier- tot zesduizend joodse kinderen de oorlog hebben overleefd; verreweg de meesten via onderduik (pag. 16). Volgens L. de Jong hebben ongeveer 4.500 joodse kinderen de oorlog door middel van onderduik overleefd (Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog deel 12, pag. 57). Deze getallen doen vermoeden dat waarschijnlijk niet meer dan enkele honderden kinderen de deportatie hebben overleefd. Benadrukt moet worden dat dit een zeer vage en enigszins arbitraire schatting is.
Nog andere groepen joden hebben de oorlog overleefd: circa 16.000 onderduikers, circa 10.000 gemengd-gehuwden, circa 3.000 personen die door de Duitser Calmeyer als ‘Halfjoden’ waren aanvaard, circa 1.100 niet-gemengd-gehuwde protestantse joden, circa 3.000 die erin geslaagd waren naar Zwitserland of elders te vluchten, en tenslotte circa 900 joden die zich ten tijde van de bevrijding in kamp Westerbork bevonden. Het aantal joden dat zich enige tijd na de bevrijding, toen de repatriëring ten einde was, in Nederland bevond, kan niet veel minder zijn geweest dan circa 36.000. (L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog deel 12, pag. 54-55).