Afstandelijkheid en afstand: De uitdagingen van werken met online archieven
Als onderzoekers in de sociale wetenschappen worden ons regelmatig verhalen toevertrouwd. Bij onderzoek naar genocide hebben deze verhalen vaak betrekking op heftige trauma’s en hoogst persoonlijke, moeilijke ervaringen. Deze verhalen zijn gedeeld in de overtuiging dat wie ze leest ze niet verkeerd zal begrijpen, interpreteren of op een andere manier zal misbruiken. Het is belangrijk dat we de woorden precies lezen zoals ze aan ons zijn overgebracht, en ze dan pas te analyseren en te interpreteren.
Online archieven en afstandelijkheid
In mijn werk onderzoek ik genderaspecten van genocide, specifiek seksueel geweld als onderdeel van genocide. Als historicus maak ik hierbij gebruik van archieven, en dan met name online archiefbronnen. Ik gebruikte deze methodologie al voor de COVID-19 pandemie uitbrak, maar sinds de uitbraak – waardoor fysieke archieven de deuren sloten en veldwerk onmogelijk werd vanwege reisbeperkingen – zijn online onderzoek en online archiefonderzoek steeds gebruikelijker geworden.
Vaak als ik vertel dat ik werk met archieven, zien mensen voor zich hoe ik in een donkere bibliotheek zit, gebogen over documenten en omringd door bergen papier. Met online archieven is dit niet het geval, hier is de uitdaging eerder om je weg te vinden in de soms complexe indelingen en structuren van verschillende websites. Maar er zijn meer zaken om rekening mee te houden bij het gebruik van online archieven. Als je iets online kunt lezen, vanuit je luie stoel thuis of op kantoor, kun je een afstand voelen tot wat je leest. Doordat je de bron niet direct aan kunt raken, raak je soms ook meer verwijderd van de context en het belang van de inhoud.
De ethiek van toegankelijkheid
Online archieven bieden een grote rijkdom aan bronnen en informatie die vaak nog niet eerder zijn onderzocht. Mijn eigen werk richt zich op het Joegoslaviëtribunaal en het Rwandatribunaal, en veel hiervoor relevante bronnen zijn online te vinden, beschikbaar voor eenieder die ze maar wil bekijken of gebruiken. Deze archieven bieden unieke toegang tot duizenden pagina’s materiaal, waaronder getuigenverklaringen, vonnissen, aanklachten, volledige transcripties van rechtszaken, en nog veel meer. De archieven kunnen worden geraadpleegd door iedereen, vanaf elke locatie. Dit maakt onderzoek over het algemeen toegankelijker en gelijkwaardiger: iedereen met een internetverbinding kan er mee aan de slag. Het betekent ook dat slachtoffers en overlevenden zelf alle rechtbankverslagen kunnen inzien waar en wanneer ze maar willen.
Er zijn echter ook ingewikkelde ethische kwesties voorbonden aan het breed beschikbaar stellen van deze bronnen. Zoals gezegd zijn deze juridische documenten openbaar toegankelijk, en hoewel sommige delen zijn geredigeerd en veel namen van levende getuigen geanonimiseerd, geldt dit niet voor de namen van slachtoffers die zijn omgekomen. Dit kan nare consequenties hebben voor familieleden, die openlijk kunnen lezen over het trauma waar hun naaste mee te maken heeft gehad. Daarbij kunnen families van slachtoffers en daders op deze manier makkelijk worden geïdentificeerd, waardoor vijandigheid en spanningen kunnen ontstaan – met name daar waar daders en slachtoffers nog steeds dicht bij elkaar wonen.
Gebruikmaken van getuigenverklaringen in onderzoek
In mijn werk maak ik specifiek gebruik van getuigenverklaringen afgelegd tijdens internationale criminele rechtszaken – het soort zaken waarbij slachtoffers vaak stress en spanning ervaren tijdens het getuigen in de rechtszaal. Ik moet me hier dus bewust van blijven, en een balans vinden tussen de complexe kwestie van onpartijdigheid en me inleven in hoe emotioneel belastend zo’n getuigenis kan zijn. Bij het gebruik van online bronnen is dit minder goed invoelbaar. Iets anders om rekening mee te houden, is dat deze verklaringen met één doel voor ogen zijn afgelegd: om bewijs te leveren in de rechtszaal, en er zo voor te zorgen dat de daders worden berecht en bij te dragen aan een historisch narratief. Als we deze bronnen als onderzoekers raadplegen, halen we ze uit deze oorspronkelijke context en bekijken we ze door een nieuwe, analytische lens: een lens waar de getuigen zich op dat moment mogelijk niet bewust van waren.
Als onderzoekers is het cruciaal om op de hoogte te blijven van dit soort uitdagingen, en de mogelijke afstand die kan ontstaan tussen onszelf en bronnen. We moeten te allen tijde betrokken blijven bij, en aandacht houden voor, de verhalen, de mensen, en het belang van getuigenverklaringen. Net als bij traditioneel archiefonderzoek is het van belang te blijven beseffen dat het om verhalen gaat van echte mensen, hun waarheden, en zo moeten we ze ook benaderen. Hoewel we als onderzoekers onpartijdig moeten blijven, is het belangrijk dat we nooit onverschillig worden of gedistantieerd raken van de verhalen op het scherm of de bladzijdes die we lezen.
Anna Gopsill, promovendus aan de School of Advanced Study, Institute of Commonwealth Studies (University of London), doet onderzoek naar het gebruik, de veroordeling en de interpretatie van seksueel geweld tegen mannen tijdens de oorlogen in voormalig Joegoslavië en Rwanda. Gopsill was in het academische jaar 2021-2022 als fellow verbonden aan het NIOD.