Geluk, wijsheid en infrastructuur. Over een onverwachte historische bron en een behulpzame collega.
Holocaust-strips voorbij Maus
Afgelopen week bracht de post een nieuw boek vol actuele onderzoeksbevindingen, gebaseerd op bekende én onbekende beeldverhalen uit de populaire cultuur, beeldverhalen over de Holocaust. Tussen de bijdragen van verschillende auteurs bevindt zich een artikel van mijn hand getiteld: ‘The Invisible Jews in August Froehlich’s “Nazi Death Parade” (1944). An Early American Sequential Narrative Attempt to Visualize the Final Stages of the Holocaust.’ Als (voorlopige) afronding van onderzoek voelt een nieuwe publicatie altijd als een beloning, maar omdat het werk aan dit specifieke project mijn nieuwsgierigheid bovengemiddeld had gestimuleerd was het uitpakken een waar genoegen.
Het kloeke boek heet Beyond MAUS. De titel verwijst naar het beroemde stripverhaal van Art Spiegelman, de Amerikaanse auteur die sinds de jaren tachtig een nog immer groeiend publiek van lezers en critici duidelijk maakt dat stripverhalen een genuanceerd, aangrijpend beeld van de Holocaust kunnen bieden. Dankzij dergelijke sequential narratives is het stripverhaal erkend als een medium met diepgang en grote creatieve potentie dat ook volwassen lezers weet te boeien. Het woordje Beyond in de titel onderstreept de aandacht voor andere stripverhalen over de Jodenvervolging.
Steeds meer stripboeken hebben in recente jaren wereldwijd de impact en reikwijdte van de Holocaust in beeld gebracht. Een toenemend aantal lezers zag deze genocide niet alleen gevisualiseerd in tentoonstellingen, documentaires en speelfilms, maar ook in graphic novels over Anne Frank en andere slachtoffers. In de florerende internationale stripmarkt is het aanbod op dit historisch terrein ruim maar redelijk overzichtelijk. Ingewikkelder is het om stripverhalen te achterhalen die niet als afzonderlijke boeken zijn gepubliceerd. Strips verschenen immers ook in tijdschriften en kranten, in brochures en ander drukwerk.
Een vroege stripvertolking geïdentificeerd
Als uitingen van populaire cultuur worden deze laatstgenoemde varianten vaak niet bewaard in bibliotheken en archieven; ze zijn daarom niet beschreven of anderszins ontsloten. Dat maakt het lastig om ze te identificeren. Dat geldt in het bijzonder voor relatief vroege stripvertolkingen van de traumatische Holocaust-geschiedenis. Want ook voordat Spiegelman doorbrak met Maus waren er al generaties lezers die via het getekende beeldverhaal in aanraking kwamen met de Holocaust. Met name dankzij vertolkingen die niet door middel van herdrukken langere tijd beschikbaar waren voor opeenvolgende generaties lezers. Zulke strips konden niettemin indruk maken, juist in een tijd waarin er nog betrekkelijk weinig aandacht bestond voor de lotgevallen van de Europese joden tijdens het nationaalsocialisme.
Drie jaar geleden stuitte ik een op een kleine afbeelding op het internet toen ik, zoals ik vaker deed, simpelweg ‘comic’ en ‘holocaust’ had ingetikt bij Google Afbeeldingen. Een basale zoekopdracht die soms andere resultaten bood dan de vorige keer. En jawel, na enig scrollen zag ik een kleine maar intrigerende zwart-wit afbeelding. Een foto van vergeeld papier met tekeningen in zes kleine kaders, waaronder een scène uit de gaskamer. Werd hier de laatste fase van de Holocaust in stripvorm in beeld gebracht? De website waarop de afbeelding werd getoond toonde een nauwelijks grotere versie van de afbeelding maar daarmee kon ik wel de titel van de oorspronkelijke publicatie achterhalen. Die bleek nog vóór de Duitse capitulatie te zijn verschenen in de VS. Ik wist niet wat ik zag. Er waren enkele vroege Amerikaanse comics uit de jaren veertig bekend die concentratiekampen toonden met sadistische nazi’s en hun slachtoffers. Dat waren veelal stereotiep aandoende vrije interpretaties; joodse slachtoffers kwamen hooguit sporadisch in beeld. De makers gaven er ten tijde van de oorlog doorgaans geen blijk van dat ze tot in detail op de hoogte zouden zijn van de daadwerkelijke Endlösung. Het bijzondere aan deze korte strip was dat het juist wél leek te wijzen op informatie van ooggetuigen.
Bloody record & behulpzame bibliotheekcollega
Maar hoe kwam ik nou aan die publicatie om deze korte strip nauwgezet in context te kunnen bestuderen? De bijzonder schaarse antiquarische exemplaren bleken, behalve zeldzaam, ook erg prijzig en nergens in Europa was een exemplaar te bemachtigen. Alleen enkele bibliotheken in de VS, Canada en Israël beschikten over een exemplaar van dit pamflet, The bloody record of Nazi atrocities. Toevallig werkte mijn collega Marjo Bakker, de vakreferent van het NIOD, op dat moment als EHRI-fellow in de bibliotheek van het US Holocaust Memorial Museum in Washington DC. Daar bleken ze, zo beantwoorde ze per omgaande mijn ongeduldige mail, de publicatie gedigitaliseerd te hebben. Wat was ik blij met het voortvarende en onvolprezen optreden van de bibliotheekprofessionals aan beide zijden van de Atlantische Oceaan.
Hoewel de voorzijde van de publicatie ontbrak, kon ik nu digitaal de overige vijftig bladzijden raadplegen, vermoedelijk als een van de eerste lezers in deze eeuw. In dit vlammende pamflet dat nauwelijks een jaar voor het einde van de oorlog verscheen om Amerikaanse volwassenen te doordringen van de schanddaden van het Nazi-regime – en daarmee de Amerikaanse militaire inzet wilde legitimeren – waren tal van illustraties opgenomen. Daaronder bevond zich één strippagina, afkomstig van August Froehlich, een betrekkelijk onbekende stripmaker op leeftijd van Centraal-Europese origine. Hij bleek al in 1944, nog vóór de bevrijding van Auschwitz, in kort bestek te willen visualiseren wat in de vrije wereld voorzichtig doorsijpelde maar wat veelal onwerkelijk werd geacht. Uitgerekend een stripmaker verbeeldde als één van de eersten publiekelijk wat onvoorstelbaar was.
Ik was onder de indruk van deze vondst en naarmate ik me er verder in verdiepte bleek deze strip – een neutraal aandoende maar opmerkelijke selectieve weergave in een duidelijk gepolitiseerde context – steeds intrigerender. Wie was die maker? Wat waren zijn informatiebronnen en overwegingen? Wie waren de andere auteurs van deze publicatie? Wat was de impact van dit beeldverhaal en hoe is het in de vergetelheid geraakt? Een conferentie in Oostenrijk bood in 2019 gelegenheid mijn eerste antwoorden te delen met een select publiek. En nu, weer twee jaar later, is een uitgebreide analyse verschenen in Beyond Maus: The Legacy of Holocaust Comics dat binnenkort ook raadpleegbaar zal zijn in de NIOD-bibliotheek. Een boek vol bijdragen die alleen maar tot stand konden komen met steun en belangstelling van collega’s dichtbij en ver weg. Geluk, wijsheid en infrastructuur zijn daarin op een vruchtbare manier samengekomen.
Ole Frahm, Hans-Joachim Hahn, Markus Streb (eds.), Beyond MAUS: The Legacy of Holocaust Comics (Wien: Vandenhoeck & Ruprecht, 2021)