Verborgen schatten en proppen vol sigarenas: over de archiefstukken die bij het NIOD terechtkomen
Al sinds 1945 ontvangt het instituut schenkingen in allerlei vormen en maten. Organisaties en personen doneren losse documenten en voorwerpen, maar ook hele archieven en (privé)collecties. Vaak zijn deze schenkingen gehavend of gefragmenteerd bewaard gebleven. Archieven zijn soms (gedeeltelijk) verloren gegaan bij bombardementen of na de bevrijding uit elkaar getrokken, bijvoorbeeld om te worden hergebruikt in het kader van het naoorlogse rechtsherstel of de opsporing van vermiste personen.
Soms is het überhaupt een wonder dat stukken de tand des tijds hebben doorstaan en in de NIOD collectie zijn beland. Helemaal als je bedenkt dat sommige dagboeken, op vodjes papier geschreven, beetje bij beetje uit kampen zijn gesmokkeld. Of neem het dagboek in benzineblik dat de kernbom op Nagasaki overleefde, en de brieven aan boord van een gezonken schip, die anderhalf jaar op de bodem van het IJsselmeer hebben gelegen. Zelf heb ik mij meer dan eens verbaasd over de (post)kaarten en briefjes die uit deportatietreinen zijn gegooid. Allereerst natuurlijk over de afschuwelijke omstandigheden waarin ze geschreven zijn, maar ook dat deze - soms niet eens gefrankeerde berichten - langs de spoorlijnen zijn opgeraapt en alsnog zijn afgeleverd bij de geadresseerden.
Schade!
Het blijft bijzonder om stil te staan bij de ontberingen die de meeste archiefstukken hebben moeten doorstaan, voordat zij in onze collectie zijn beland. Het zal dan ook niemand verbazen dat oorlog fysieke littekens achterlaat op archiefstukken. Wellicht minder bekend is de schade die in de jaren na de oorlog vaak nog kan ontstaan. Zo krijgen wij regelmatig (brief)kaarten en/of enveloppen binnen, waarvan hoeken missen omdat overenthousiaste filatelisten de postzegels eraf hebben geknipt - of (nog erger!) gescheurd (zie Afbeeldingen 1-3). Jammer, want niet alleen is dit een fikse aantasting van de integriteit van een stuk, ook verliezen we hiermee waardevolle informatie in de vorm van tekst en stempels. Soms ontstaat schade ook onbewust. Zoals laatst, toen een aankomende schenker trots zijn te doneren archief liet zien, keurig geordend in plastic insteekhoesjes. Helaas hadden de stukken jarenlang in mappen tegen een loeiende verwarming gestaan. Ondanks de beste bedoelingen, was er toch verlies: door de hitte zijn de insteekhoezen verkleefd met het papier.
Does it spark joy?
Ik lees in de schenkingsadministratie van het NIOD ook vaak over verwaarlozing en opruimwoede. Zo vervloekte een acquisitiemedewerker in 1946 de binnengekomen ‘proppen papier vermengd met sigarenas’, die ‘(...)toch stuk voor stuk uitgezocht moesten worden’. Daarnaast staat er regelmatig (ook nog in de afgelopen tien jaar) iets geschreven in de administratie over hoe schenkers de (archief)stukken bij het grofvuil hebben aangetroffen. Ik wil niet denken aan hoeveel historische documenten de laatste Marie Kondo rage niet hebben overleefd. Anderzijds leidt opruimen natuurlijk niet altijd tot weggooien. Het positieve ervan is dat archiefstukken hierdoor - soms na lange tijd - weer tevoorschijn kunnen komen, waarna ze direct of met een omweg, via erfgenamen of via rommel- en boekenmarkten, veilig naar een archiefinstelling worden gebracht. Trouwens, wil je oude boeken (ver)kopen of wegdoen? Controleer de kaft! Ik lees in de schenkingsadministratie erg vaak over archiefstukken die in boeken (meestal bijbels) worden aangetroffen.
Verborgen schatten
Verhuizingen en verbouwingen blijken eveneens bij te dragen aan het opduiken van archiefmateriaal (zou op deze manier het dagboek van de zus van Anne Frank, Margot, ooit nog een keer gevonden worden?). Het pas relatief laat opduiken van archiefmateriaal kan verband houden met het feit dat sommige informatie in de oorlog soms bewust verborgen werd gehouden. Er zijn bijvoorbeeld verhalen bekend over hoe mensen met het naderen van de Bevrijding - uit angst voor veroordeling - niet alleen documenten opzettelijk vernietigden, maar ook bewust achter hielden. Zo lees ik in onze schenkingsadministratie over hoe een schoonzoon van een schenker bij een verbouwing onder een houten vloer een pakje vond ‘waarin 2 lidmaatschapsboekjes van de NSB (tot en met 1 juli 1944 afgestempeld!), een flinke verzameling speldjes en onderscheidingstekens (…) en allerhande officiële NSB-correspondentie zaten.’ De vindplaats toont al dat deze documenten daar vast niet ‘zomaar’ terecht zijn gekomen
Particulier archief
Archief kan gemakkelijk verloren gaan, en dan met name documenten die zijn opgemaakt door personen, families, verenigingen, bedrijven, kerken enzovoorts. Zij vallen - anders dan overheidsorganen - niet onder de Archiefwet, waardoor voor hen geen overbrengingsverplichting geldt. Hierdoor worden archiefstukken vaak (te) laat, of helemaal nooit naar een geklimatiseerd archiefdepot gebracht. Dit is funest voor bijzonder oorlogserfgoed, vooral als je bedenkt dat papier uit de oorlogsperiode vaak van vluchtige kwaliteit is; de veelgebruikte houtvezels verzuren sneller dan papier dat voordien gangbaar was (vervaardigd uit lompen). Daar komt nog bij dat gebruikelijke hotspots als vlieringen, zolders, of kelders doorgaans niet bepaald een geschikt bewaarklimaat hebben. Er is vaak weinig ventilatie, een hoge temperatuur en hoge luchtvochtigheid waardoor vochtplekken en schimmels ontstaan (zie Afbeelding 4).
Schenken aan het NIOD
De schenkingsadministratie van het NIOD maakt duidelijk hoe kwetsbaar historisch archiefmateriaal is - zowel tijdens als na de oorlog. In het kader van de naderende voorjaarsschoonmaak wil ik iedereen verzoeken een oog open te houden voor eventueel waardevolle stukken. Wil je iets schenken, of twijfel je in hoeverre iets ‘archiefwaardig’ is, neem dan contact op met een archiefinstelling. Voor oorlogsdocumenten is het NIOD dé plek. Wij bewaren schenkingen vakkundig onder de juiste klimatologische omstandigheden. Daarnaast wordt het archief ontsloten en kan het in de studiezaal gebruikt worden voor (wetenschappelijk) onderzoek. Op deze pagina kun je meer lezen over het schenken van materiaal aan het NIOD. Heb je brieven, briefkaarten, foto’s, tekeningen of ander archiefmateriaal dat je na je dood wil schenken aan het NIOD, vul dan een dan een museumcodicil in.
Tijdens de campagneweek ‘Postbus NIOD’ (31/3/23 – 07/04/23) roepen we iedereen op nog ‘onontdekte’ oorlogsbrieven te doneren aan het NIOD. U krijgt er van ons een digitale kopie voor terug. Voor aanmelding en voorwaarden, zie Postbus NIOD.