Peter Keppy bekleedt leerstoel Geschiedenis van populaire cu
De leeropdracht van deze nieuwe leerstoel is het bestuderen van Zuidoost-Aziatische populaire cultuur, van muziek tot theater en film, en de kruisverbanden tussen de studie van populaire cultuur en die van massaal geweld. Daarbij zal Keppy onderzoeken hoe globale en lokale populaire cultuur elkaar beïnvloeden, welke rol massamedia hierin spelen, welke culturele elementen van elkaar overgenomen worden, welke spanningen tussen traditionele en moderne culturele opvattingen ontstaan, en welke discussies over ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur hieruit voorkomen.
Omgang met massaal politiek geweld
Als onderdeel van zijn leeropdracht zal Keppy onderzoek doen naar hoe mensen in de nasleep van massaal politiek geweld omgaan met mentaal lijden (trauma). De regio Zuidoost- Azië kent een lange geschiedenis van onafhankelijkheidsoorlogen en intern massaal geweld als gevolg van politiek-ideologische, etnische, regionale en religieuze tegenstellingen in de postkoloniale periode. Het begrip trauma heeft, net zoals populaire muziek en junkfood, haar weg naar Zuidoost-Azië gevonden en ondergaat lokale interpretatie. In antwoord op zwakke sociale en medische zorg vanuit overheden, spelen zelfredzaamheid, religie en traditionele medische praktijken, soms in kruisbestuiving met westerse medisch opvattingen, een belangrijke rol in het omgaan met lijden als gevolg van massaal politiek geweld. Deze culturele dynamiek met een politieke kant staat centraal.
Keppy studeerde antropologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in de niet-westerse geschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij publiceerde onder andere over restitutie van geroofde goederen en schadevergoeding na de Tweede Wereldoorlog in Indonesië en de Filippijnen, en recentelijk over de opkomst van moderne populaire cultuur in Indonesië en de Filippijnen in de laat-koloniale periode. Hij is bezig met een boek over eigenrichting en burgerwachten in postkoloniaal Indonesië.
Keppy blijft verbonden aan het NIOD als onderzoeker. Met de aanvaarding van de leerstoel neemt hij wel afscheid als lid van de Pensioen- en Uitkeringsraad, de organisatie voor de uitvoering van wetten voor verzetslieden en slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.