Reactie NIOD op publicatie namenlijst CABR
Het NIOD dringt erop aan om deze situatie snel en doeltreffend te corrigeren door de achterliggende reeds gescande dossiers zo snel mogelijk online beschikbaar te maken. Daarbij moet de beperking van de openbaarheid van het CABR zo snel mogelijk opgeheven worden. Een langdurig wetgevingstraject is in dit geval niet acceptabel. Ondanks de waarschuwing van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) moet besloten worden om de dossiers alsnog – zoals oorspronkelijk gepland – met de juiste digitale veiligheidswaarborgen online te publiceren.
Maatschappelijke gevolgen
De publicatie van de namenlijst heeft grote maatschappelijke beroering veroorzaakt. Hoewel de lijst uitsluitend namen bevat van personen die aantoonbaar overleden zijn (en dus niet beschermd worden door de Algemene Verordening Gegevensbescherming, AVG), doet dit niets af aan de impact op familieleden en betrokkenen. De namen zijn nu voor iedereen wereldwijd beschikbaar, mogelijk leidend tot suggestieve associaties. Tegelijkertijd is het achterliggende materiaal niet vrij beschikbaar, waardoor grondige historische analyse wordt bemoeilijkt en afhankelijk is van de (beperkte) capaciteit in een studiezaal. Dit verhoogt het risico dat deze gemakkelijk toegankelijke en toevallig beschikbare bron de basis vormt voor voorbarige beschuldigingen of snelle oordelen.
De publicatie van de namenlijst is het gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De planning was dat het volledige CABR-archief per 2 januari 2025 openbaar zou worden, waarbij zowel de namenlijst als de op dat moment gescande dossiers toegankelijk zouden zijn. De waarschuwing van de AP richt zich op mogelijke schending van de privacy van levende personen, zoals slachtoffers en getuigen die in het archief voorkomen. Voor de lijst met overleden dossierhouders geldt deze bescherming echter niet en zou daarom onder de Wet Open Overheid (WOO) openbaar kunnen worden.
Standpunt NIOD
Het NIOD, consortiumlid van het project Oorlog voor de Rechter en dus ook medeverantwoordelijk voor de ontstane situatie, heeft steeds gepleit voor zorgvuldigheid en respect richting nabestaanden. Met onze expertise over de impact van de Tweede Wereldoorlog op meerdere generaties voelen wij de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan een evenwichtige en verantwoorde omgang met de openbaarheid van het CABR. Het was immers al geruime tijd bekend dat het CABR openbaar zou worden, conform de bepalingen van de Archiefwet.
Het had de voorkeur van het NIOD om de dossiers eerst, bijvoorbeeld voor de periode totdat het volledige archief is gescand, ongeveer 2 jaar, digitaal toegankelijk te maken in de studiezaal van archiefinstellingen. Deze aanpak en extra tijd zou ruimte bieden voor een betekenisvolle dialoog met nabestaanden, daders, slachtoffers, en andere betrokkenen.
Oproep tot actie
Door de publicatie van de namenlijst is deze tussenstap niet langer haalbaar. Om verdere schade te beperken, is snelle actie noodzakelijk. Het NIOD roept de Minister van OCW daarom op om prioriteit te geven aan de online publicatie van de dossiers, met voldoende veiligheids- en andere beperkende maatregelen, waaronder inlogrestricties om de privacy van alle betrokkenen (ook nazaten) te beschermen. Als dit niet mogelijk blijkt, moet het Ministerie van OCW direct duidelijkheid geven over het traject voor de legalisering van online publicatie. Wij vinden het onacceptabel dat dit nog lange tijd blijft liggen en gekoppeld wordt aan herziening van de Archiefwet of UAVG.
Alleen door snel en doortastend te handelen kan recht worden gedaan aan de belangen van nabestaanden en betrokkenen én kan de maatschappelijke en wetenschappelijke waarde van het CABR-archief worden veiliggesteld.